Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AR2136

Datum uitspraak2004-09-16
Datum gepubliceerd2004-09-16
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers245807
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Arbeidsrecht. Na klacht over seksuele intimidatie heeft de werkgever de belangen van de beklaagde werknemer veronachtzaamd. Werkgever heeft hem niet in de gelegenheid gesteld zich te verweren alvorens tot het ontslagbesluit te komen en heeft geen acht geslagen op diens versie van de gebeurtenissen. Daarnaast heeft de werkgever de geheimhouding van de klacht-in-behandeling niet kunnen waarborgen.


Uitspraak

Rechtbank Haarlem sector kanton, locatie Haarlem zaak/rep.nummer: 245807 AO VERZ 04-1690 datum uitspraak: 16 september 2004 Beschikking ontbinding arbeidsovereenkomst in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GATE GOURMET AMSTERDAM B.V. te Schiphol Noord, gemeente Haarlemmermeer verzoekster hierna: Gate Gourmet gemachtigde: mr. J. Koekkoek --tegen-- [verweerder] te [woonplaats] verweerder hierna: [verweerder] gemachtigde: mr. A. Öntas De procedure Op 2 augustus 2004 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van Gate Gourmet, strekkende tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 9 september 2004. Op deze zitting hebben partijen hun standpunt nader toegelicht. De gemachtigde van Gate Gourmet heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is verhandeld. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. De feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of niet voldoende gemotiveerd weersproken wordt van het volgende uitgegaan. a. [verweerder] ([leeftijd] jaar) is sinds 9 maart 1999 in dienst van Gate Gourmet werkzaam, laatstelijk in de functie van teamleider tegen een bruto maandsalaris van € 1.855,--, exclusief 16,75% onregelmatigheidstoeslag en andere emolumenten. b. Op 22 juli 2004 is [verweerder] door Gate Gourmet geschorst, op de in de brief van diezelfde datum bevestigde grond: Wij bevestigen hierbij het gesprek van hedenmiddag in bijzijn van [medewerkster], Personeelszaken, dat u met onmiddellijke ingang op non-actief bent gesteld. De reden hiervoor is dat drie dames bij de vertrouwenspersoon van Gate Gourmet Amsterdam, een klacht hebben ingediend dat u zich schuldig gemaakt heeft aan ongewenste intimiteiten. c. Op 28 juli 2004 heeft Gate Gourmet [verweerder] geconfronteerd met de klacht van één met name genoemde medewerkster. [verweerder] heeft de verweten gedragingen ontkend. Het verzoek Gate Gourmet verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, bestaande uit een verandering in de omstandigheden. Ter toelichting op het verzoek stelt Gate Gourmet –samengevat- dat het gedrag van [verweerder] een onherstelbare vertrouwensbreuk heeft veroorzaakt door de seksuele intimidatie van tenminste drie medewerksters, en de gerechtvaardigde vrees voor represailles aan het adres van de werkneemsters. Het verweer [verweerder] concludeert primair tot niet-ontvankelijkheid /afwijzing van het verzoek. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een vergoeding van € 27.769,32. [verweerder] voert samengevat het volgende verweer. [verweerder] heeft zich niet schuldig gemaakt aan seksuele intimiteiten. Het onderzoek door Gate Gourmet deugt van geen kant. Het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, [verweerder] heeft geen eerlijke kans gekregen om zijn versie van het verhaal uiteen te zetten. Hij is nooit eerder aangesproken op ongewenst gedrag. De beoordeling van het verzoek De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. Los van de vraag of de beschuldiging van seksuele intimiteiten door [verweerder] gegrond is, is ter zitting voldoende gebleken dat een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst geen reële optie is. De aan [verweerder] verweten gedragingen, die overigens kort na het eerste gesprek tussen partijen bij zijn collega’s bekend bleken, vormen een zodanige belasting voor zijn positie op de werkvloer van Gate Gourmet, dat sprake is van een verandering in de omstandigheden welke de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op korte termijn rechtvaardigt. De datum van de ontbinding wordt bepaald op 1 oktober 2004. Vervolgens is de vraag aan de orde of in verband met deze ontbinding aan [verweerder] een vergoeding toekomt. Niet is gesteld of gebleken dat Gate Gourmet, al dan niet door tussenkomst van haar vertrouwenspersoon [naam], de klacht van [klaagster] als vervat in haar verklaring van 27 juli 2004, met hem heeft besproken c.q. hem de gelegenheid heeft gegeven zich daartegen te verweren vóór de beslissing van Gate Gourmet om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te beëindigen. In het laatste gesprek op 28 juli 2004 is weliswaar de inhoud van de klacht aan [verweerder] voorgelegd en heeft [verweerder] de verweten gedragingen ontkend, maar daarmee was voor Gate Gourmet de kous dan ook af. Gate Gourmet heeft op deze wijze onzorgvuldig jegens [verweerder] gehandeld. Het is evident dat elke klacht over seksuele intimidatie door de werkgever zorgvuldig en serieus moet worden onderzocht. Daar vervult de vertrouwenspersoon dan ook een belangrijke rol in. De verplichting van Gate Gourmet om tegelijkertijd de belangen van de beklaagde werknemer te respecteren, weegt echter even zwaar. Daarin is Gate Gourmet tekortgeschoten. Tegenover de klacht van [klaagster] had Gate Gourmet tenminste [verweerder] behoren uit te nodigen voor een gesprek met de vertrouwenspersoon over die klacht. Daarnaast is niet gebleken van een weging van [verweerder]’s versie van de gebeurtenissen alvorens Gate Gourmet tot ontslag heeft besloten. Op welke grond Gate Gourmet heeft afgezien van het treffen van een minder verstrekkende maatregel, is evenmin gebleken. Tenslotte valt aan Gate Gourmet toe te rekenen dat zij de geheimhouding van de behandeling van de klacht van [klaagster] kennelijk niet heeft kunnen waarborgen. De overige aan het verzoek tot ontbinding ten grondslag gelegde klachten zijn onvoldoende concreet om het verzoek (mede) te dragen. Ook de op 23 juli 2004 afgelegde anonieme verklaring bevat geen concrete klacht. Deze klaagster schrijft immers dat zij “een paar onaangename trekken van hem hier even op een rijtje zet: botst “per ongeluk” met z’n elleboog tegen je borsten, tik op je billen”. In deze verklaring achteraf kan geen klacht worden gelezen over een concrete gedraging van [verweerder], die door de betrokken medewerkster als seksuele intimidatie is ervaren. Anderzijds valt ook aan [verweerder] een verwijt te maken van de oorzaak van de veranderde omstandigheden. In zijn verweerschrift erkent [verweerder] dat het best mogelijk is dat hij een hand op schouder, rug of buik van een collega heeft gelegd, of “abusievelijk de borsten van een collega heeft aangeraakt”. [verweerder] voert daarbij ter verontschuldiging aan dat hij zich van dergelijke aanrakingen niet bewust was en/of dat hij daarmee nimmer seksuele intenties heeft gehad. Met deze stellingname geeft [verweerder] er blijk van geen begrip te hebben van de ontoelaatbaarheid van zijn handelwijze. Het is immers niet aan hem om te beoordelen hoe zijn bedoelingen op een vrouwelijke collega overkomen, en het is wel duidelijk dat zijn intenties niet stroken met de gevoelens van de klaagster. Alle voornoemde omstandigheden in aanmerking genomen zal aan [verweerder] een vergoeding worden toegekend, welke is gebaseerd op een ongeveer gelijke mate van verwijtbaarheid van beide partijen bij het ontstaan van de huidige situatie waarin de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk wordt ontbonden. Bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding wordt verder meegewogen dat [verweerder] de laatste twee maanden van het dienstverband zijn salaris doorbetaald krijgt zonder dat hij daartegenover werk heeft verricht, en hij deze omstandigheid door zijn gedragingen heeft veroorzaakt. De vergoeding wordt naar billijkheid bepaald op een bedrag van € 7.000,--. Gate Gourmet heeft geen vergoeding aangeboden, zodat de kantonrechter haar in de gelegenheid zal stellen het verzoek in te trekken. Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt. Dit geldt ook voor het geval het verzoek wordt ingetrokken. Beslissing De kantonrechter: - stelt partijen ervan in kennis voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst tegen 1 oktober 2004 te ontbinden onder toekenning van een vergoeding als hierna is vermeld; - bepaalt dat Gate Gourmet tot 25 september te 15.00 uur de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op die datum en dat tijdstip ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij; voor het geval Gate Gourmet het verzoek niet intrekt wordt reeds thans als volgt beslist: - ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen tegen 1 oktober 2004 ; - kent aan [verweerder] ten laste van Gate Gourmet een vergoeding toe van € 7.000,-- bruto, ineens te voldoen, als aanvulling op ingevolge sociale verzekeringswetten te ontvangen uitkeringen dan wel elders te verwerven lager inkomen uit arbeid, echter uitsluitend voor het geval de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestaat; - veroordeelt voor zover nodig Gate Gourmet tot betaling van die vergoeding; - verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad; - bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt; - wijst af hetgeen meer of anders is verzocht. voor het geval Gate Gourmet het verzoek wel intrekt: - bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Dubois en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.